Entropie

De tentoonstelling ‘Entropie’ is volledig gewijd aan de sculptuur. De titel verwijst naar de enorme diversiteit aan expressievormen.
Heel wat geselecteerde werken zijn abstract en weerspiegelen de geest van de kunstenaar in de puurste vorm (Geneviève Claisse, Robert Schad), andere ontstaan deels door toeval (Ewerdt Hilgemann, Daniel Spoerri) of tonen afbeeldingen van dagelijkse voorwerpen op een vrijstaande manier (Klaas Gubbels, James Brown), nog andere tonen een persoonlijke spiegel van de werkelijkheid zoals de kunstenaar die ervaart (Mean Florin, Markus Lüpertz, Jürgen Brodwolf).
Al sinds de oertekeningen in de grotten van Altamira en wellicht ver voordien heeft de kunstenaar zijn creativiteit in zowat alle richtingen doen uitwaaieren. Het gevolg is een steeds groeiende gelaagdheid en complexiteit. Het is onmogelijk de diversiteit aan kunststromingen of tendensen te condenseren tot één pakket. Met de groter wordende diversiteit, die zich bijna tot op het menselijke individu heeft verdeeld, stijgt ook de entropie.
Tegenover die groeiende natuurlijke entropie staat de menselijke geest die zich niet herkent in die uitdijende chaos en streeft naar een eigen orde. Om te kunnen leven en overleven bouwt de mens zijn eigen geestelijke constructen (George Kelly, 1905-1967), patronen met een eigen logica die het mogelijk maken om geestelijk te ontkomen aan die natuurlijke orde waarin wij alleen maar wanorde herkennen.
Door het creëren van eigen theorieën, thesen en gereduceerde patronen kunnen we een voorstelling maken van het onvoorstelbare, het onvatbare. Op die wijze streven we naar een behoud of een verlaging van de entropie. Zo is binnen die steeds groeiende diversiteit van menselijke expressie, elk kunstwerk op zich een poging van de kunstenaar om een eigen universum op te bouwen, een eigen constructie te realiseren, een eigen taal te ontwikkelen, in een poging om de wanorde beheersbaar te maken en de entropie te verlagen.