G 58
G 58 is een vereniging van kunstenaars die actief was in Antwerpen. Het collectief zorgde voor een heropleving van de vooruitstrevende kunst in de stad en verlegde het zwaartepunt van de avant-garde kunstscene van Brussel naar Antwerpen. Na WO II lag het artistieke leven in Antwerpen zo goed als lam. In 1950 ontstaan echter de eerste tekenen dat Antwerpen klaar is om opnieuw een progressieve en leidende rol te spelen in de internationale kunstwereld.
Het eerste teken daarvoor is de eerste openluchttentoonstelling voor beeldhouwkunst in het Middelheimpark in 1950. Met het ontstaan van diverse alternatieve en avant-gardistische tijdschriften als De Tafelronde, Het Cahier en Gard-Sivik worden in de jaren '50 dichters, muzikanten en beeldende kunstenaars in connectie met elkaar gebracht, maar vooral de aanloop naar de wereldtentoonstelling Expo '58 in Brussel zorgt voor grote verwachtingen en ambities. In 1957 gaan enkele kunstenaars waaronder Jef Verheyen, Herman Denkens, André Comhaire, Walter Vanermen en Jef Kersting op zoek naar een expositieruimte bij gebrek aan galerieën die hun werk konden vertegenwoordigen. Ze krijgen na enkele acties de toelating om een gebouw van het stadsbestuur in gebruik te nemen: het kasteel Middelheim.
Naar aanleiding van deze toelating wordt een nieuwe groep opgericht: de G 58. Er worden in 1958 zeven solotentoonstellingen op die plaats georganiseerd. In hetzelfde jaar krijgen de kunstenaars van Burgemeester Lode Craeybeckx de ruime zolders van het vervallen 16de eeuwse Hessenhuis ter bechikking. Die worden door de kunstenaars opgeknapt en getransformeerd tot tentoonstellingsruimte. Vanaf dan exposeert de G 58 in het Hessenhuis. Ze organiseren groepstentoonstellingen die met veel onderbouw en visie vorm krijgen In november 1958 vindt de eerste groepstentoonstelling van de leden van G 58-Hessenhuis plaats. 26 kunstenaars nemen deel, waaronder Vic Gentils, Walter Leblanc, Pol Mara, Cel Overberghe, Jan Dries, Paul Van Hoeydonck en Dan Van Severen. Een van de drijvende krachten is de Antwerpse kunstcriticus Marc Callewaert die aangesteld wordt tot voorzitter. Enkele pioniers van de Antwerpse avant-garde, Jozef Peeters, Renaat Braem en René Guiette worden verkozen als ereleden.
Een van de eerste groepstentoonstellingen is gewijd aan De eerste Abstracten in België (1959). De Avant-Garde kunstwereld reageert hier erg positief op, Michel Seuphor, reageert:‘Antwerpen doet weer mee!’.Er volgen prestigieuse groepstentoonstellingen als Vision in Motion (1959), Zero (1959), De Nederlandse Informele Groep (1960), De Nieuwe Europese School (1960/61) en Anti-Peinture (1962) brengen de tenoren van de internationale avant-garde (waaronder Manzoni, Spoerri en Tinguely) in de havenstad.
Na enkele jaren, in 1962 worden de onderlinge relaties tussen de kunstenaars troebel. Het wordt moeilijk om één en ander financieel te runnen en ook artistiek geraken de meningen verdeeld. Na enkele maanden in non-activiteit sluit het Hessenhuis de deuren.